Tijd voor een pepernoot

Woensdag 13:15, het laatste uur van de schooldag. Een seintje van de gymmeester. Het loopt niet lekker met groep 7; een groep die het schooljaar hiervoor uit elkaar is gehaald wegens de groepsdynamiek. Gedoe in de gymzaal dus. Mooi! Een kans om een stap te maken met de kids.

Daar aangekomen krijg ik te horen dat er van de drie kwartier slechts 10 minuten is gegymd wegens al het gedoe. Ik vraag of de kinderen die graag hadden gegymd nog even mee mogen doen met de volgende groep en neem zeven jongens mee naar de kleedkamer. Ik vraag ze naar de klas te gaan en te zorgen dat als ik daar over 3 minuten kom, het muisstil is. Aan mijn toon, ongewoon rustig, merken ze dat het me ernst is.

Wanneer ik de klas binnen kom, is het inderdaad muisstil. De gezichtjes staan op onweer – logisch, zij voelen een bui hangen en verwachten een donderpreek. Zo zijn ze dat gewend. Maar een ding weet je zeker, wanneer je nu begint met een gesprek, zul je in strijd belanden. Gelukkig is het september, dus mijn bak met pepernoten is al gevuld. “Zo, zeg ik. Eerst maar eens wat pepernoten om in de stemming te komen.” Verbazing op de gezichten en een gretige blik wanneer ik langskom met de bak. Brams gezicht blijft echter nors. “Hmm”, zeg ik wanneer ik bij hem kom “ik denk dat jij er drie nodig hebt om een glimlach op je gezicht te krijgen.” Ook Bram ontspant.

Nu is er ruimte om hun gedrag te duiden en hen inzicht te geven wat er in hun koppies omgaat. De denkfouten (anderen de schuld geven, alles of niets denken, egocentrisme etc) worden besproken en de jongens beseffen dat ze dat anders willen. “Mooi, daar kan ik jullie bij helpen. Zullen we morgen daarmee starten?”. En met een goed gevoel gaat iedereen naar huis.